Dromenvanger
Dromenvangers waren van origine bedoeld om de wijsheid van de natuur te leren. De natuur is voor de indianen een wijsheid en leraar waar zij veel van leren. Dromenvangers van twijgen, pezen, en veren worden al geweven sinds de oudheid door de Native American. Ze werden geweven door de opa's en oma’s voor pasgeboren kinderen die deze boven de wieg van de pasgeborene hingen om deze vreedzame en mooie dromen te geven. Tijdens de slaap is lucht gevuld met dromen. Goede dromen zijn helder en weten de weg naar de dromer, aflopend door de veren. Als de veren bewegen zou dit een teken zijn van het passeren van een mooie droom. Slechte dromen, maar zijn donker en verwarrend. Ze kunnen hun weg via het web niet vinden en worden daar opgesloten totdat de zon opkomt en hen laat verdwijnen.
Oorspronkelijk werd de Native American dromenvanger geweven op twijgen van de rode wilg met behulp van draad uit de stengel van de brandnetel. De twijgen worden verzameld en gedroogd in een cirkel. De dromenvanger werd voorzien van veren en een edelsteen. Slecht één edelsteen in elke dromenvanger, want er is maar één schepper in het web van het leven.